Skip to content

Snel aan de slag met nieuwe EU duurzaamheidsregels

Burgers en beleggers krijgen straks voor het eerst een betrouwbaar en objectief inzicht in de duurzaamheidsinspanningen van alle grote bedrijven. Dat is een belangrijke grote stap richting een duurzame economie in 2050.

Naast omzet, winst en andere financiële resultaten moeten grote bedrijven vanaf 2023 ook rapporteren over de effecten van hun activiteiten op milieu en samenleving. Dat kondigde de Europese Unie deze week aan met de aanpassing van de zogeheten ‘Non-financial Reporting Directive’(NFRD) tot de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).

Alle bedrijven met meer dan 250 medewerkers gecombineerd met omzet- en balanstotaalcriteria worden verplicht verslag te doen over de effecten die zij hebben op milieu- en sociale omstandigheden en vice versa de risico’s die het milieu en sociale thema’s op organisaties hebben. Anders dan nu moet de informatie getoetst worden door accountants om de betrouwbaarheid te vergroten. Dat is een enorme uitbreiding op de huidige verslaggevingsverplichtingen. Bedrijven moeten razendsnel aan de slag om in 2023 klaar te zijn voor de invoering.

Tot op heden waren de verplichtingen van de NFRD alleen van toepassing op beursgenoteerde ondernemingen. Dit betekent een fundamentele verandering voor duizenden bedrijven in Nederland. Het door de accountant gecontroleerde en goedgekeurde jaarverslag moet helderheid geven over doelstellingen, strategie en voortgang op de belangrijkste prestatie-indicatoren. Verder moeten de duizenden bedrijven inzicht geven in hun toekomst op het vlak van duurzaamheid.

NFRD onderdeel van de EU Green Deal

Veel bedrijven moeten eveneens werk maken van het vaststellen van concrete doelstellingen en strategie opdat zij daar in 2023 volgens de EU-richtlijnen over kunnen rapporteren Dat vraagt veel in termen van procesinrichting voor de verzameling van data en betrouwbare rapportage. Ook om te bepalen wat de grootste risico’s van bedrijven zijn op de omgeving en vice versa.

De vijf belangrijkste wijzigingen

1. De scope van de rapporterende entiteiten is uitgebreid

Volgens de nieuwe EU Duurzaamheidsregels zullen alle grote ondernemingen en alle ondernemingen die op gereglementeerde markten van de EU genoteerd zijn (met uitzondering van micro-ondernemingen) de EU-standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving moeten toepassen. Grote banken en verzekeringsmaatschappijen zullen ook onder de rapportageverplichting blijven vallen, ongeacht hun kapitaalmarktoriëntatie.

Een onderneming wordt als groot beschouwd wanneer zij op haar balansdatum ten minste twee van de drie volgende criteria overschrijdt: balanstotaal: twintig miljoen euro, netto-omzet: veertig miljoen euro, gemiddeld aantal werknemers gedurende het boekjaar: 250. Volgens de nieuwe regelgeving zijn dit vijf keer meer entiteiten die de regelgeving moeten volgen. Als gevolg hiervan zal de rapportageverplichting nu ook gelden voor familiebedrijven en private equity ondernemingen.

2. Uitbreiding van de inhoud van het verslag

De inhoud van het verslag zal flink worden uitgebreid. Daartoe zullen nieuwe, gedetailleerde EU-standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving worden vastgesteld. Hierdoor ontstaat meer uniformiteit in de toepassing, ter vervanging van de lappendeken die tot nu toe gold. Daarnaast moeten de groene financiële indicatoren gerapporteerd worden volgens de Taxonomieverordening, waaruit blijkt welke economische activiteiten volgens de EU groen zijn. Deze zijn geconcretiseerd door regelgeving die op dezelfde dag is aangenomen. Kwalitatieve en niet-geïntegreerde duurzaamheidsverslaggeving zal niet langer voldoen aan de eisen van verordening.

3. Duurzaamheidsverslaggeving in het bestuursverslag en digitaal getagd

Duurzaamheidsverslaggeving moet worden opgenomen in het bestuursverslag en kan niet als afzonderlijk verslag worden uitgebracht. Dit brengt verschillende uitdagingen met zich mee: bedrijven moeten de duurzaamheidsrapportage vervroegen naar het moment van publicatie van het bestuursverslag en zullen meer duurzaamheidsinformatie moeten rapporteren dan voorheen. Bovendien moeten bedrijven hun rapportage in één elektronisch rapportageformat opstellen en deze informatie digitaal taggen.

4. Invoering van assurance met een beperkte zekerheid

De CSRD stelt een controleverplichting voor de duurzaamheidsinformatie in verslagen. Om de betrouwbaarheid van de duurzaamheidsverslaggeving te vergroten, moeten de ondernemingen die binnen de regelgeving vallen met een beperkte mate van zekerheid assurance verkrijgen over de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie, wat in een later stadium kan overgaan in een redelijke mate van zekerheid. Voor deze ondernemingen is het verstrekken van controleerbare informatie in het eerste jaar van de verslaggevingsverplichting een uitdaging, vooral gezien het ambitieuze tijdschema.

5. Bestuur en raad van commissarissen dragen expliciete verantwoordelijkheid

Bestuur, management en toezichthouders dienen actief en aantoonbaar collectief verantwoordelijkheid te dragen voor duurzaamheidsverslaggeving. Het in-control statement, dat tot nu toe alleen betrekking had op de financiële verslaggeving, zal naar verwachting worden uitgebreid naar de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie. Dit is de eerste keer dat het management expliciet – en schriftelijk – aan de buitenwereld laat zien dat het deze verantwoordelijkheid draagt.

Het tijdschema voor de uitvoering van de wijzigingen is ambitieus: de meer gedetailleerde EU-standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving worden medio 2022 verwacht. Tegen eind 2022 moeten de lidstaten de CSRD-vereisten in nationale wetgeving hebben omgezet. De verslaggevingsverplichting moet gelden voor verslagen die vanaf 1 januari 2024 worden gepubliceerd. De wijzigingen hebben dus al gevolgen voor de verslagperiode 2023.

Rol van de Nederlandse overheid

De overheid heeft eveneens een grote verantwoordelijkheid om de verplichte assurance mogelijk te maken. De duurzaamheidsplannen van politieke partijen en de recent aangekondigde AgendaNL2030 gericht op brede welvaart van VNO-NCW en MKB-Nederland bieden steun. “Nederland zou een leidende positie moeten innemen om te zorgen dat de huidige steun voor brede welvaart ook waargemaakt wordt. Dat is immers goed voor onze eigen economie. Want duurzaamheid vraagt om meer innovatie en ontwikkeling van kennis en talenten”,  aldus Mark Vaessen (partner van KPMG en SASB-bestuurslid). “Uiteraard gaat het uiteindelijk om de effectiviteit van de duurzaamheidsagenda van bedrijven. Betrouwbare en evenwichtige rapportage over de voortgang gaat daar absoluut bij helpen.”

Bron: KPMG | PWC