en toch schiet klimaatbeleid tekort. Het Internationaal Energieagentschap voorziet een energiecrisis die de opwarming van de aarde amper afremt. Zonder gerichte investeringen voor het klimaat keert de wereldeconomie na de coronacrisis weer terug op haar oude, vervuilende pad. Daarvoor waarschuwt het Internationaal Energieagentschap (IEA) dinsdag in zijn belangrijkste jaarlijkse rapport.
De coronacrisis zorgt zoals verwacht voor een ongekende afname van de wereldwijde CO2-uitstoot. Die daalt in 2020 met 7 procent, schrijft het IEA in de World Energy Outlook, en het herstel zal jaren duren. Maar dat is volgens het IEA, een denktank die gelieerd is aan het samenwerkingsverband OESO van rijke landen, voor het klimaat niet per se goed nieuws. In 2027 zal de CO2-uitstoot weer terug zijn op het oude hoge niveau. Er „schuilt gevaar dat beperkte [economische] groei wordt gezien als oplossing voor klimaatverandering”.
Zonder aanvullende ingrepen voor het klimaat verandert er volgens het IEA echter „niets structureels” aan de wereldwijde energievoorziening. De groei van het energieverbruik raakt alleen een paar jaar achterop vergeleken met de situatie vóór de crisis – of meer, als de pandemie erger en hardnekkiger zal blijken. Het IEA ziet daarvan alleen negatieve gevolgen, zoals groeiende armoede, waarbij honderden miljoenen mensen verstoken blijven van elektriciteit.
Kolencentrales
Er zijn een paar sectoren waarbij de pandemie wel voor stelselmatige vergroening zorgt. Door de crisis daalde de vraag naar stroom genoeg om kolencentrales uit de markt te concurreren, soms zelfs met sluitingen tot gevolg. Goedkope duurzame stroom profiteert daarvan: al in 2025 zullen zon, wind en waterkracht volgens het IEA de belangrijkste bron van elektriciteit zijn.
Ook de overstap op elektrische auto’s lijkt te versnellen door de coronacrisis. Er worden minder auto’s verkocht, maar dankzij overheidssteun zet de verkoop van stekkerauto’s nog wél door. En er wordt blijvend minder gevlogen, denkt het IEA, zeker door zakenreizigers.
Toch is dat allemaal niet genoeg voor een ommezwaai. Zonder aanvullend klimaatbeleid warmt de aarde tot 2100 met bijna 3 graden op, bleek al eerder uit onderzoek. Dat heeft rampzalige gevolgen, zoals extreme hitte en het versneld smelten van het zuidpoolijs.
Duizend miljard
Meer dan voorheen zet het IEA zich in voor een serieuze afname van de uitstoot van broeikasgassen. In juni publiceerde het agentschap samen met het Internationaal Monetair Fonds een investeringsplan voor groen herstel. Daarin stellen ze dat private partijen en overheden tussen 2021 en 2023 jaarlijks 1.000 miljard dollar (846 miljard euro) moeten investeren in een schone energievoorziening, ofwel 0,7 procent van het wereldwijde bruto nationaal product.
Volgens het IEA levert zijn investeringsplan een sneller herstel op van de economie en leidt het al in 2023 tot een beperktere CO2-uitstoot wereldwijd.Het duurzame pad dat het agentschap voor zich ziet, beperkt de opwarming van de aarde tot ruim onder de 2°C, zoals het Klimaatakkoord van Parijs vereist. De benodigde ingrepen zijn volgens het IEA wel van een „ongeëvenaarde omvang en reikwijdte”. Het beperken van de opwarming van de aarde is alleen nog mogelijk met steun van „landen en burgers” overal ter wereld.
CO2-afvang
Een belangrijke kwestie waar het instituut zich zorgen over maakt, is de enorme hoeveelheid „fossiele infrastructuur”. Als alle bestaande vervuilende elektriciteitscentrales en fabrieken in functie blijven, lukt het nooit om de economie te vergroenen. Die moeten actief gerenoveerd worden, bijvoorbeeld door ze te voorzien van CO2-afvang.
Voor het eerst dit jaar voegde het IEA aan zijn analyse ook een scenario toe waarin de uitstoot van broeikasgassen in 2050 al tot netto nul daalt. Afgelopen jaar kreeg het IEA kritiek dat zo’n toekomstbeeld ontbrak. Het agentschap lijkt echter zelf nauwelijks te geloven dat nul procent in 2050 haalbaar is. Dat zou alleen kunnen met „verstrekkende veranderingen in consumentengedrag”, en zou het uiterste vragen van de inzet van nieuwe technologieën.
Toch is het tekenend dat het agentschap in stilte zijn business as usual-scenario verving, net zoals oliebedrijf BP een maand geleden deed in zijn Energy Outlook. Een toekomst met almaar meer uitstoot, een vast ingrediënt van eerdere edities, is verdwenen. Nu is gelijkblijvende uitstoot, het resultaat van het huidige beperkte klimaatbeleid, de nieuwe ondergrens die volgens het IEA moet worden vermeden.
Bron: NRC | 13 oktober 2020 | Hester van Santen