Veel ondernemers bieden hun werknemers de mogelijkheid niet alleen om op kantoor maar ook om thuis te werken. Naarmate deze flexibiliteit toeneemt, neemt ook de aantrekkelijkheid van een organisatie toe. Wij zien een duidelijke trend dat thuiswerken van beide kanten als positief wordt ervaren.
Een verwachting bij de ontwikkeling van meer flexibel werken is dat het een positief effect kan hebben op de CO2-uitstoot van de organisatie. Meer thuiswerken betekent een verlaging van de uitstoot op kantoor en heeft zo meer impact tegen klimaatverandering. Maar is dat wel zo?
Kunnen bedrijven daadwerkelijk hun uitstoot verminderen door hun personeel thuis te laten werken?
Het afgelopen jaar is het aandeel thuiswerk gegroeid ten opzichte van het traditionele ‘altijd op kantoor moeten zijn’, wat ook terug te zien is in de CO2-footprint van de organisatie. Het is dus goed mogelijk dat de uitstoot van een bedrijf kan worden verminderd door medewerkers hybride te laten werken. Maar wil het positieve effect de overhand hebben op het negatieve , dan moet met diverse factoren rekening worden gehouden.
Aannemelijk is dat met meer thuiswerken de uitstoot van CO2 daalt. Dergelijke emissies, zoals woon-werkverkeer, zakenreizen, energieverbruik voor verwarming of koeling van gebouwen of internetgebruik, verdwijnen echter niet volledig, ze worden alleen anders verdeeld.
Voor een deel worden de emissies nu beïnvloed door factoren die buiten de directe invloedssfeer liggen van de organisatie. In het geval van de werknemers gaat het bijvoorbeeld om het energieverbruik, waaronder internet, thuis.
Op welk punt heeft werken in een thuiskantoor dan een positief effect op de CO2-footprint van een organisatie?
In principe kan worden aangenomen dat thuiswerken de uitstoot kan verminderen. Dit is met name het geval wanneer CO2-uitstoot van het woon-werkverkeer wordt gereduceerd. Waar een groot aantal werknemers met de auto naar het werk reist, zie je gelijk resultaat.
Welke invloed heeft de sterke toename van internetgebruik door online vergaderen thuis?
Online vergaderen en videoconferenties heeft een hoge vlucht genomen. Overleggen via Teams of Zoom kunnen door de hoge resolutie meer dan 600 gr CO2 per uur veroorzaken, wat overeenkomt met drie kilometer rijden in een middelgrote auto.
NB: Volgens een studie van de Franse denktank The Shift Project genereren online video’s in totaal 300 miljoen ton CO2 per jaar. Dat is ongeveer één procent van de wereldwijde uitstoot. De deskundigen schatten dat het aandeel van digitale technologieën in de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen tegen 2025 tot acht procent kan stijgen. Deze trend heeft echter niet alleen te maken met hybride werken. Ook op kantoor is een grote toename van online vergaderen te zien.
De meeste van de tot nu toe genoemde punten, zoals de mobiliteit van werknemers, zakenreizen of energieverbruik, hebben een directe, rechtstreekse impact op de CO2-footprint van een bedrijf vooral in Scope 1 en 2. Zijn er ook punten die niet zo’n direct effect hebben?
Die zijn er zeker. Ten eerste, wanneer kantoren minder worden gebruikt, betekent dit altijd dat er ook wordt bespaard. Er is minder water en energie nodig, het gebruik van papier en het afval wordt verminderd. Toch kan een organisatie niet van de ene op de andere dag verhuizen naar een kleiner kantoor; het aantal m2 per medewerker moet op een bepaald niveau blijven. Deze punten kunnen dus alleen op middellange of lange termijn worden aangepakt.
Een ander aspect is dat de budgetten die vrijkomen door minder mobiliteit en een kleiner kantoor heel goed kunnen worden geïnvesteerd in duurzaamheidsmaatregelen.
Wat is ons advies?
Ten eerste, ook al valt thuiswerken buiten de Scopes 1 en 2, adviseren wij organisaties aan om toch de uitstoot van thuiswerkende medewerkers mee te nemen. Enerzijds stelt dit de organisatie in staat de vermindering ten opzichte van voorgaande jaren te analyseren en anderzijds actief verantwoordelijkheid te nemen voor de door de thuiswerkers veroorzaakte emissies.
Onze berekeningsmethode is gebaseerd op de huidige stand van zaken en kennis. Zij omvat het elektriciteitsverbruik van de werkplek. Daarnaast berekenen wij het energieverbruik en nemen we een gemiddeld aantal thuiswerkdagen per week mee. Op basis hiervan komen we tot een gemiddelde emissiefactor met als referentie-eenheid: per werknemer per dag.
Wie heeft deze stap al genomen, een voorbeeld
Windunie Groep heeft deze stap gezet en heeft voor haar CO2-footprint over 2021 voor het eerst ook de CO2-uitstoot van het thuiswerken meegenomen. Hierbij is ook rekening gehouden met het feit dat veel medewerkers al gekozen hebben voor groene stroom, wat natuurlijk de uitstoot positief beinvloed. Daarnaast heeft Windunie het gebruik van grijze stroom, dus ook de gebruikte grijze stroom thuis, vergroend met Garanties van Oorsprong uit Nederlandse wind. Dit scheelde 27 ton CO2 op de totale footprint van 84 ton CO2. Op weg naar klimaatneutraal heeft zij haar CO2-uitstoot gecompenseerd met het Gold Standard klimaatproject Cook stoves in Ghana.
Meer informatie
Artikel: CO2-compensatie of ‘greenwashing’?
Artikel: Meetplicht CO2-uitstoot mobiliteit medewerkers
Artikel: De CO2-footprint en de 3 Scopes uit het Greenhouse Gas Protocol
Inzicht met de online tool De Carbon Manager in de CO2-footprint