Of je nu carbon credits aanschaft om niet-gereduceerde emissies te compenseren of om bij te dragen aan wereldwijde net zero-doelstellingen: het is belangrijk dat je als koper begrijpt hoe de kwaliteit van carbon credits wordt beoordeeld. Alleen zo maximaliseer je de kans dat de credits die je koopt (a) van goede kwaliteit zijn en (b) geschikt zijn voor het doel dat jouw organisatie ermee voor ogen heeft. Dit geeft zekerheid dat de impact die je ondersteunt daadwerkelijk gerealiseerd wordt, en dat eventuele merk- en financiële risico’s bij het niet behalen van de projectdoelen worden beperkt.
Geloofwaardig klimaatbeleid begint bij de mitigatiehiërarchie
Bij Groenbalans hanteren we drie kernstappen voor elke klimaatstrategie:
- Reductie: Het meten van emissies, het stellen van reductiedoelen zoals science-based targets en het structureel en blijvend terugdringen van de uitstoot.
- Herstellen: Verantwoordelijkheid nemen voor de negatieve impact van niet-gereduceerde emissies en financiering inzetten voor klimaat- en natuurherstel elders in de wereld. Zo versnellen we samen de mondiale transitie naar net zero en stoppen we de aantasting van natuur.
- Rapporteren: Transparante en proactieve communicatie over genomen klimaatmaatregelen, voortgang ten opzichte van doelen en erkenning van toekomstige stappen.
Compensatie, carbon neutraliteit en offsetting
Vaak wordt gedacht dat carbon credits (CO₂-rechten) alleen bedoeld zijn voor ‘offsetting’: een organisatie berekent haar operationele emissies en koopt een gelijk aantal credits om deze te compenseren. Dit is een voorbeeld van een compensatiebenadering – het streven naar ton-voor-ton compensatie van veroorzaakte emissies. De kwaliteit van deze aanpak hangt af van de gekozen strategie.
Door bepaalde soorten carbon credits aan te schaffen, kunnen organisaties hun niet-gereduceerde emissies compenseren, terwijl ze tegelijkertijd werken aan hun langetermijn decarbonisatie. Een ander voorbeeld is het ‘neutraliseren’ van restemissies met permanente CO₂-verwijderingscredits, zoals beschreven in de Corporate Net-Zero Standard van het SBTi.
Opkomst van contributiebenadering en Beyond Value Chain Mitigation (BVCM)
Naast compensatie is er de contributiebenadering: organisaties financieren klimaatprojecten als aanvulling op hun reductie-inspanningen, zonder ton-voor-ton claims. Het draait hier niet om ‘offsetting’, maar om het ondersteunen van projecten die emissies voorkomen of verwijderen. Projecten die bijdragen aan natuurherstel en net zero – als bredere verantwoordelijkheid voor de planeet.
Contributiebenaderingen kunnen verschillende vormen aannemen:
- Geld-voor-ton: bijvoorbeeld een interne CO₂-heffing op basis van operationele emissies, waarmee een budget voor klimaatprojecten wordt vastgesteld.
- Geld-voor-geld: bijvoorbeeld een percentage van de omzet of winst doneren aan klimaatprojecten.
Hybride vormen zijn ook mogelijk, zoals beschreven in het 2024 Above and Beyond rapport van het SBTi. Het belangrijkste is dat de nadruk bij deze benadering ligt op ‘teruggeven’ in plaats van ‘compenseren’.
Bij Groenbalans volgen we de technische richtlijnen voor het juiste gebruik van carbon credits, zoals beschreven in rapporten van de Science Based Targets initiative (SBTi) over Beyond Value Chain Mitigation (BVCM) en de Core Carbon Principles (CCPs) van de Integrity Council for the Voluntary Carbon Market (ICVCM). Deze stellen nieuwe normen voor kwaliteit en transparantie, en bieden duidelijke richtlijnen voor projectontwikkelaars en registratiesystemen.
Bij aankoop van carbon credits is het belangrijk dat deze gecertificeerd zijn volgens erkende standaarden zoals Gold Standard, VERRA of Puro.earth. Transparante communicatie en duurzaamheidsrapportages zijn essentieel voor geloofwaardigheid en vertrouwen.
Wat is een carbon credit van hoge integriteit?
Om de vragen rond de integriteit en kwaliteit van carbon credits effectief te beantwoorden, moeten we eerst duidelijk maken wat een ‘goed’ credit inhoudt. Het gaat niet langer alleen om de verifieerbare klimaatimpact — de markt verschuift naar een meer holistische benadering. Deze belangrijke verschuiving maakt het onderscheid tussen kwaliteit en integriteit belangrijk. Hoewel deze termen vaak door elkaar worden gebruikt, vertegenwoordigen ze verschillende, maar onderling verbonden aspecten van een robuust carbon credit.
- ‘Hoogwaardige kwaliteit’ verwijst naar de wetenschappelijke en technische geloofwaardigheid van de claim voor vermindering of verwijdering van broeikasgasemissies (GHG). Een koolstofkrediet van hoge kwaliteit is gebaseerd op projectactiviteiten die aantoonbaar aanvullend, meetbaar, geverifieerd, permanent, uniek zijn en geen schade veroorzaken.
- ‘Hoge integriteit’ bouwt voort op deze kwaliteitsbasis door bredere overwegingen te omvatten: de volledige integratie van milieu- en sociale aspecten, samen met robuuste transparantie, goed bestuur en ethische praktijken. Deze principes worden gehandhaafd gedurende de volledige levenscyclus van een project — van ontwerp en uitvoering tot verificatiecycli en beëindiging.
Hoewel deze principes op papier eenvoudig lijken, is het in de praktijk allesbehalve eenvoudig om ze voor klimaatprojecten te bewijzen. Deze projecten zijn van nature complex. De lokale dynamiek verschilt sterk per project, beïnvloed door unieke omstandigheden, sociale contexten en ecologische factoren. Veel projecten lopen tientallen jaren en moeten zich aanpassen aan voortdurend veranderende marktomstandigheden, politieke verschuivingen, financieringsbehoeften en trends in technologie en methodologie. Deze complexiteit onderstreept de cruciale noodzaak van robuuste verificatie en een holistische kijk op integriteit binnen de vrijwillige markt.
Carbon credits als aanvulling op interne reductie
Vanuit Groenbalans zien wij carbon credits uit geverifieerde klimaatprojecten als waardevolle aanvulling op interne reductiemaatregelen, doordat je investeert in klimaatactie buiten de eigen waardeketen.
Het SBTi erkent in de huidige conceptversie van de Corporate Net-Zero Standard 2.0 dat carbon credits een effectieve, aanvullende maatregel kunnen zijn voor het realiseren van net zero-strategieën. Het nieuwe concept introduceert een tweelaags erkenningsmechanisme, waarbij bedrijven als “Recognized” of “Leadership” worden aangemerkt wanneer zij vrijwillig vroegtijdig verantwoordelijkheid nemen voor restemissies, bijvoorbeeld door het gebruik van carbon credits.
1. Recognized-status
- Bedrijven moeten minimaal 1% van hun lopende emissies adresseren door:
- Ex-post mitigatie-uitkomsten door het aankopen van carbon credits, of
- Het toepassen van een interne CO₂-prijs van ca Euro 20 per ton op 1% van de emissies en deze middelen inzetten voor erkende klimaatacties.
- Doel: een instapniveau dat bedrijven aanmoedigt om vroegtijdig actie te ondernemen, ook al is het bescheiden.
2. Leadership-status
- Bedrijven moeten:
- Een interne CO₂-prijs van ca Euro 80 per ton toepassen op 100% van hun emissies, en
- Carbon credits financieren die gelijk zijn aan 40% van de lopende emissies,
- De resterende middelen besteden aan andere erkende klimaatacties zoals ex-ante mitigatie, research & development en innovatie.
- Doel: een hoog ambitieniveau dat leiderschap toont door substantiële vrijwillige compensatie en investeringen in klimaatoplossingen.
Deze aanpak stimuleert vrijwillige actie gedurende het hele decarbonisatietraject. Voor bedrijven die onder toenemende druk staan van investeerders en stakeholders om op korte termijn voortgang te tonen, biedt dit een strategische kans om zich te positioneren als koploper in vrijwillige klimaatactie.
Advies van Groenbalans
Voor maximale klimaatimpact adviseren wij bedrijven om de aankoop van carbon credits te integreren in een brede klimaatstrategie, als aanvulling op ambitieuze reductie-inspanningen – nooit als vervanging.
