Skip to content

CO2-rechten blijven essentieel op de route naar net zero

De vrijwillige CO2-rechtenmarkt is complex en tegelijkertijd heel erg in beweging. Zo is het je vast niet ontgaan dat er de laatste tijd veel kritiek is op de geclaimde klimaatimpact van compensatie door CO2-rechten en de wijze waarop bedrijven CO2-compensatie inzetten om hun footprint te verkleinen. Groenbalans staat voor meer transparantie in de vrijwillige CO2-markt en een eerlijke verdeling van de opbrengst uit deze rechten.

Het doel de opwarming van de aarde met 1,5 C te beperken, kan alleen gehaald worden als wij met zijn allen zo veel mogelijk investeren in CO2-rechten Deze rechten spelen een cruciale rol, niet alleen bij het financieren van bescherming en herstel van onze ecosystemen, regenwouden en oceanen maar ook bij het ondersteunen van gemeenschappen die onevenredig hard worden getroffen door klimaatverandering.

Organisaties moeten zich richten op het stellen van wetenschappelijk onderbouwde doelen en het realiseren van absolute emissiereducties. Tegelijkertijd bieden CO2-rechten organisaties de mogelijkheid om actie te ondernemen door hun overgebleven emissies te compenseren en nog belangrijker, de wereldwijde overgang naar netto nul uitstoot te financieren.

Het is begrijpelijk dat je je afvraagt hoe je deze impact kan maximaliseren maar ook hoe je de risico’s kan beheersen.

Zoals de meeste investeringen is de aankoop van CO2-rechten nooit 100% risicovrij. Veel voorkomende risico’s zijn die in verband met additionaliteit, duurzaamheid en lekkage – en deze risico’s variëren op basis van de projecttypen, technologieën en locatie.

Bovendien zijn in tijden van snel veranderende marktomstandigheden de gewenste rechten mogelijk niet beschikbaar of krijg je te maken met sterk fluctuerende prijzen.

Stap 1: Doelstelling

Naarmate een organisatie zijn emissies vermindert, kunnen CO2-rechten worden gebruikt om de overgebleven emissies te compenseren en/of kunnen carbon removal rechten worden ingezet om niet-reduceerbare emissies aan te pakken, zoals aanbevolen door het Science Based Targets initiative (SBTi).

Volgens de SBTi moeten organisaties streven naar ‘beyond value chain mitigation’ (BVCM), wat het investeren in CO2-rechten omvat, om klimaatactie buiten hun keten te financieren. De SBTi Net Zero-richtlijn beveelt ‘beyond value chain mitigation’ aan als de tweede stap in de mitigatiehiërarchie na emissiereducties en benadrukt dat dit een uitermate belangrijk onderdeel is van onze maatschappelijke ambitie om klimaatverandering aan te pakken.

Het naleven van de SBTi Net Zero-richtlijnen is een voorbeeld van een doel dat een organisatie kan stellen dat is geïntegreerd in een bredere duurzaamheidsstrategie.

Bovendien kan CO2-compensatie op verschillende manieren worden ingezet, afhankelijk van de motivatie. Organisaties kunnen hun investering afstemmen op hun ambities op het gebied van sociale of milieu-impact. Bijvoorbeeld, een bedrijf dat producten voor vrouwen produceert, kan geïnteresseerd zijn in projecten met rechten die aansluiten bij Sustainable Development Goal 5 – gendergelijkheid en empowerment van vrouwen. Of een organisatie die papierproducten verkoopt, kan geïnteresseerd zijn in rechten uit een bosbehoudproject dat weer aansluit op SDG 15 – leven op land.

Het is met name belangrijk dat een organisatie intern afstemming zoekt over de redenen waarom zij geïnteresseerd is in het investeren in CO2-rechten en wat de aanschaf van rechten of het stellen van klimaatdoelstellingen betekent voor haar bredere duurzaamheidsstrategie.

Stap 2: Criteria

Er zijn verschillende factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij de investering in CO2-rechten, die variëren van afstemming op een bepaalde maatstaf tot gewenste co-voordelen, geografische voorkeuren en de kwaliteit van het projectbeheer.

Hoogwaardige CO2-rechten voldoen aan een aantal strikte normen. Je kunt dit controleren door na te gaan of de projecten waarin wordt geïnvesteerd, geregistreerd staan bij een internationaal erkende derde partij, zoals de Gold Standard, Verra Verified Carbon Standard (VCS), Social Carbon en Climate, Community and Biodiversity Standards (CCBS), of normen die door de UNFCCC zijn geverifieerd.

Deze normen benadrukken ook andere voordelen dan CO2-reductie – alle projecten dragen bij tot minstens drie van de Sustainable Development Goals. Het kan gaan om het bevorderen van werkgelegenheid, het creëren van onderwijsmogelijkheden, het verbeteren van het behoud van wilde dieren en regenwouden of zelfs het opbouwen van duurzame gemeenschappen.

De door ICROA goedgekeurde verificatienormen waar alle projecten die wij aanbieden, aan voldoen, garanderen dat het project echt, geverifieerd, permanent en aanvullend of zoals dat heet additioneel* is. Omwille van de transparantie krijgen CO2-rechten serienummers toegewezen en worden ze uitgegeven, overgedragen en permanent afgeboekt in openbaar toegankelijke emissieregisters.

Stap 3: Vraag

Op basis van de vastgestelde criteria gaan organisatie op zoek naar het juiste klimaatproject op de vrijwillige CO2-rechtenmarkt.

Vragen die wij over het algemeen beantwoorden tijdens een uitvraag:
  • Welk keurmerk heeft het project?
  • Wat is het verschil tussen projecten die CO2 vermijden, verminderen of opnemen? Welke kan worden gebruikt voor welk doel?
  • Wat zijn de verschillende projecttypen met welke SDG’s? Sluiten deze SDG’s aan bij de missie of visie van het bedrijf?
  • Wat is de gewenste projectgeografie?
  • Gegevens over projectpartners/grondeigenaren;
  • Projectgeschiedenis (inclusief basisjaar, validatieprocessen) en actieve monitoring;
  • Toekomstig uitgifteschema van de CO2-rechten;
  • Kwalificatie van eventuele nevenvoordelen.

Stap 4: Controle

Wij verifiëren de projecten vervolgens op additionaliteit, duurzaamheid en niet-lekkage.

  • Additionaliteit vereist dat het project meer CO2 vastlegt dan in een ‘business as usual’-scenario. Het project moet aantonen dat het vermijden, verwijderen of verminderen van CO2-uitstoot niet zou zijn gebeurd zonder de ontwikkeling van het specifieke compensatieproject.
  • Om de duurzaamheid aan te tonen, moet elk project gedurende de looptijd van het project (ca. 25 jaar) om de zes jaar een externe verificatie van inventarisrapporten en een locatiebezoek ondergaan.
  • Lekkage van CO2-compensatieprojecten vindt plaats wanneer de reductie van broeikasgassen in het ene gebied resulteert in een onbedoelde toename van de uitstoot van broeikasgassen op een andere plek. Projectmanagers moeten aantonen dat hun project geen buitensporige lekkage veroorzaakt, waardoor in wezen de toename van de vermindering van de CO2-uitstoot uit hun project wordt weggevaagd.

Laatste gedachten

CO2-compensatie is het compenseren van een deel van de resterende uitstoot van je organisatie. Het betekent dat je organisatie investeert in projecten die elders CO2 verwijderen of verminderen.

In het verleden was klimaat- of CO2-neutraliteit een geaccepteerde claim als je het over compensatie had. Dit is veranderd door de verschuiving naar het prioriteren van de emissie- reductie.

Er wordt nu veel nadruk gelegd op het meenemen van Scope 3-emissies: Scope 3 omvat alle indirecte emissies die optreden in de toeleveringsketen van een bedrijf. Hoewel de onderneming geen controle heeft over deze emissies, kunnen zij het grootste deel van haar inventaris van broeikasgasemissies uitmaken.

In mei 2023 stemde het Europees Parlement voor een tekst die bedrijven in de EU zou verbieden om zich uitsluitend te baseren op CO2-rechten oftewel CO2-compensatie bij het maken van duurzaamheidsclaims – een streven dat door deelnemers aan de vrijwillige CO2-markt werd verwelkomd als een manier om de transparantie te helpen verbeteren.

Als een onderneming een deel van zijn CO2-uitstoot compenseert zonder rekening te houden met haar Scope 3-emissies en vervolgens beweert ‘klimaatneutraal’ te zijn, worden haar acties gezien als greenwashing en wordt dit niet geaccepteerd in de ontwikkeling van claims in verordeningen en richtlijnen. Groenbalans is een groot voorstander van de toetsing van “klimaatneutrale” claims van bedrijven door onafhankelijke organisaties. Lees hierover ook het artikel Greenwashing verleden tijd.

Klimaatneutraliteit betekent dat een organisatie specifieke stappen heeft ondernomen in haar klimaatstrategie. Eerst hebben ze hun CO2-uitstoot gemeten. Op basis van deze meting hebben ze vervolgens verplichte reducties gedefinieerd die jaarlijks worden herzien. De volgende stap in het proces is dat ze de uitstoot compenseren die ze nog niet kunnen verminderen. Al deze stappen worden gecontroleerd en geverifieerd door een onafhankelijke auditor.

Daarnaast zijn er internationaal initiatieven in ontwikkeling die zich bezighouden met transparantie, integriteit en kwaliteit van de CO2-rechten door het ontwikkelen van duidelijke richtlijnen voor de vrijwillige CO2-markt, zoals het Voluntary Carbon Markets Integrity Initiative – VCMI de Integrity Council for the Voluntary Carbon Market – ICVCM en het Carbon Credit Quality Initiative – CCQI.

Meer informatie