De klimaattop in Glasgow betekent een flinke stap vooruit, maar het is niet de doorbraak waartoe regeringsleiders hadden opgeroepen. Bijna twee weken lang hebben landen in Glasgow onderhandeld over meer klimaatactie.
De aarde warmt in snel tempo op, was de conclusie het IPCC afgelopen zomer. Maar de onderhandelingen tijdens de klimaattop hebben opnieuw laten zien hoe moeilijk het is om het eens te worden over een internationaal klimaatbeleid.
Nu de onderhandelingen zijn afgerond, is het duidelijk dat de klimaatafspraken die in Glasgow zijn gemaakt, de agenda voor het mondiale bedrijfsleven verandert. De verwachtingen waren hoog gespannen dat COP26 het moment zou zijn waarop de wereld actie zou ondernemen om de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te verwezenlijken. Er zal nog worden gedebatteerd over de vraag of de officiële besprekingen voldoende resultaat hebben opgeleverd.
Maar als we ons alleen op de officiële afspraken richten, missen we het andere verhaal dat zich tijdens COP26 ontvouwde, toen publieke, private en sectoroverschrijdende toezeggingen erop wezen dat de reis in de richting van net zero gaat. En in honderden gesprekken in Glasgow vertelden leidinggevenden dat ze een versnelling verwachten van klimaatactie in de hele economie: op systeemniveau, door sectoren heen en binnen organisaties.
Uit gesprekken kwam nog iets anders duidelijk naar voren: de toezeggingen voor netto zero lopen achter op de vorming van toeleveringsketens, marktmechanismen, financieringsmodellen en andere oplossingen en structuren die nodig zijn om het decarbonisatieproces in de wereld soepel te laten verlopen. Voor bedrijven zullen deze omstandigheden kansen creëren om te innoveren en het voortouw te nemen bij actie door branchegenoten, partners in de waardeketen, kapitaalverschaffers en beleidsmakers.
Deze analyse is belangrijk
Ze helpt aantonen hoeveel meer moet worden gedaan om de uitstoot te verminderen en zich aan te passen aan de opwarming. Voor grote, internationale bedrijven is het ook belangrijk dat de doelstellingen van landen en eigen organisatie steeds dichter bij de 1,5°C komen te liggen. Netto zero staat niet langer ter discussie – het is een leidend principe geworden voor het bedrijfsleven.
Waarom zeggen we dat? Omdat veel van de toezeggingen die tijdens de klimaattop zijn gedaan, afkomstig zijn van coalities van belanghebbenden – regeringen, financiële instellingen, bedrijven, multilaterale organisaties en anderen – die moeten meewerken oplossingen te vinden. Voor de overgang naar een schone scheepvaart is het bijvoorbeeld nodig dat klanten om de dienstverlening vragen, dat rederijen investeren in schepen die op emissievrije brandstoffen varen, dat brandstofproducenten meer van die brandstoffen maken en dat banken kapitaal voor deze inspanningen beschikbaar stellen. En wanneer deze activiteiten worden gecoördineerd, verandert de hele bedrijfscontext voor bedrijven.
In het kort de afspraken
- Landen moeten uiterlijk eind 2022 met aangescherpte klimaatdoelen voor 2030 komen.
- Er gaat meer geld naar de ontwikkelingslanden om klimaatverandering tegen te gaan, vanuit de EU alleen al €100 mln.
- Er wordt een mondiaal handelssysteem voor CO2-emissierechten opgezet.
- Honderd landen, waaronder Brazilië en Indonesie, stoppen ontbossing per 2030.
- Daarnaast beloven 28 landen de handel in soja, palmolie en cacao aan banden te gaan leggen.
- Bijna veertig landen, waaronder Nederland en Duitsland, stoppen met subsidies voor fossiele projecten in het buitenland.
- Honderd landen, waaronder de VS, beloven methaanuitstoot met 30% te reduceren in 2030.
- Steenkool wordt ‘afgebouwd’ en met ‘inefficiënte’ subsidies voor fossiele brandstoffen wordt gestopt.
- Veertig landen, waaronder Polen en Oekraïne, stoppen op termijn met steenkool.
- China en de VS willen samenwerken om de uitstoot van CO2 en methaan te reduceren.
- 450 financiële instellingen, met een vermogen van bijna €114.000 mrd, beloven meer te investeren in duurzaamheid.
- Nederland is trekker van alleen nog elektrische vrachtwagens na 2040
Enkele reacties
Secretaris-generaal van de Verenigde Naties António Guterres noemt het akkoord „een compromis, dat de belangen, tegenstellingen en de politieke wil in de wereld van vandaag weerspiegelt.” Guterres benadrukte dat er een belangrijke stap is gezet, maar dat „de collectieve politieke wil niet genoeg was om diepe tegenstellingen te overbruggen.”
Eurocommissaris Frans Timmermans (Klimaat) benadrukt dat het „hier niet stopt”. Het akkoord geeft volgens hem hoop voor de toekomst van zijn kinderen en kleinkind. „Zo’n ambitie hebben we sinds Parijs niet gezien.” Tegen de onderhandelaars zei hij dat het werk „in hetzelfde tempo moet doorgaan”.
Ook Greenpeace is kritisch over het akkoord, maar ziet ook een positieve kant. ,,Het is slap, het is zwak en het 1,5 graden-doel is nog maar net in leven, maar er is een signaal afgegeven dat het tijdperk van fossiele brandstoffen ten einde loopt. En dat is belangrijk”, aldus klimaat- en energie-expert Dewi Zloch van de milieuorganisatie. ,,Zeker op een klimaattop waar lobbyisten van de fossiele industrie wederom flink vertegenwoordigd waren.” Zloch: ,,De zin in de slotverklaring over het minderen met steenkool en het afschaffen van subsidies voor fossiele brandstoffen is afgezwakt, maar het is niettemin een doorbraak.”
Conclusie
Ondanks alle discussies over de vraag of COP26 een succes was, staat de richting voor het bedrijfsleven vast. Het momentum is verschoven in de richting van netto zero, waardoor bedrijven zich anders moeten organiseren. De overgang naar netto zero is ingewikkeld. Het beste waar organisaties op kunnen hopen is dat het relatief ordelijk zal verlopen, in plaats van onderbroken te worden door plotselinge, onverwachte verschuivingen. En in ieder geval zal de basis van de concurrentie veranderen, omdat belanghebbenden bedrijven belonen die een hoog niveau van paraatheid aan de dag leggen en nu hun koers verleggen richting netto zero.