De laatste tijd is de geloofwaardigheid van CO2-rechten in de vrijwillige CO2-markt veel ter sprake gekomen in The Guardian, Die Zeit en Follow the Money. Strekking van deze artikelen is dat een deel van deze rechten niet uitgegeven had mogen worden.
Achtergrond CO2-compensatieproject
Als bijvoorbeeld een lokale (ngo) organisatie het plan heeft om een klimaatproject te ontwikkelen maar daarvoor niet de benodigde financiering heeft, kan het aankloppen bij Verra of Gold Standard. Beide zijn een standaard- en logocertificeringsprogramma voor niet-gouvernementele emissiereductieprojecten, in het Clean Development Mechanism, de Voluntary Carbon Market, Verified Carbon Standard en andere klimaat- en ontwikkelingsinterventies.
Alle projecten en programma’s doorlopen een rigoureus ontwikkelings- en beoordelingsproces voordat ze geregistreerd worden bij Verra of Gold Standard. De methodologieën beschrijven gedetailleerde procedures voor het kwantificeren van de werkelijke voordelen van een project en bieden richtlijnen om projectontwikkelaars te helpen bij het bepalen van projectgrenzen, het vaststellen van referentiewaarden, het beoordelen van additionaliteit en uiteindelijk het kwantificeren van de verminderde of verwijderde CO2.
Belangrijkste criterium keuze CO2-rechten
De verschenen artikelen gaan met name over de additionaliteit bij bosbehoud- en aanplantprojecten; ontwikkelt men het project niet dan is er sprake van onherstelbare boomkap en landdegradatie.
Eén van de meest belangrijke eisen is juist de additionaliteit: het vereist dat het project meer CO2 vastlegt dan in een ‘business as usual’-scenario. Het project moet aantonen dat het vermijden, verwijderen of verminderen van CO2-uitstoot niet zou zijn gebeurd zonder de ontwikkeling van het specifieke compensatieproject.
De projectorganisatie schat vooraf het aantal CO2-rechten in die tijdens de looptijd van het project uitgeven worden. Maar het daadwerkelijk uit te mogen geven rechten wordt pas na een langere periode bepaald. Resultaat was dat bij een aantal projecten meer rechten zijn uitgegeven dan eigenlijk uitgegeven hadden mogen worden. Deze inschatting is een ‘weeffout’ in het verificatieproces en heeft geleid tot negatieve berichtgeving. Dit proces is inmiddels verbeterd.
Garantie CO2-rechten door Groenbalans
Heeft een project een Verra of Gold Standard-stempel dan krijg je de garantie dat door jouw aangekochte CO2-rechten daadwerkelijk zorgen voor een afname van CO2 in de atmosfeer. Omwille van de transparantie krijgen CO2-rechten serienummers toegewezen en worden ze uitgegeven, overgedragen en permanent afgeboekt in openbaar toegankelijke emissieregisters.
Intern hebben wij onlangs besloten, naast de Verra en Gold Standard-verificatie van een project, ook zelf vooraf extra te checken voordat wij een project aanbieden. Dat doen wij op basis van desk research en dat kan zijn middels de projectdocumenten die beschikbaar zijn, artikelen over projecten of wij nemen contact op met de projectorganisatie voor meer informatie. Als bijvoorbeeld in de opstart van of tijdens een project iets is gebeurd, waarvan wij vinden dat dit een negatieve uitstraling heeft op de geloofwaardigheid, wij van tevoren bij de keuze voor een project hierover informeren.
Een voorbeeld is dat in de afgelopen jaren grootschalige waterkracht- en biomassaprojecten bekostigd worden met en zelfs zonder extra financiering zoals subsidie. Daarom kan van dit soort projecten de additionaliteit niet altijd gegarandeerd worden. Wij hebben besloten om dit zelf toe te voegen als een extra vereiste bij de selectie van ons projectportfolio. Daarom bieden we van waterkracht en biomassa alleen kleinschalige projecten aan, die niet ten koste gaan van bos, landbouw of beschermd natuurgebied.
Daarnaast zijn er in de markt ook initiatieven die projecten nog dieper analyseren en projecten ook daadwerkelijk een rating geven van AA+ (het Rimba Raya project) of een BB+ (een kleinschalig windproject). Ook deze data gebruiken wij om ons projectportfolio te beoordelen en te waarborgen om er zo voor te zorgen dat onze klanten een juiste keuze kunnen doen.
Voor de geloofwaardigheid en transparantie van de CO2-rechten is het natuurlijk niet fijn als er sprake is van negatieve berichtgeving. Aan de andere kant geeft dit weer dat er veel interesse is voor en toepassing van CO2-compensatie en is het dus heel goed dat er kritisch wordt gekeken naar de CO2-rechten in deze nog in de kinderschoenen staande vrijwillige markt. Door onderzoek en publicatie worden zo de weeffouten uit het systeem gehaald. En dat komt de geloofwaardigheid juist weer ten goede.