Het pad naar 1,5˚C is onmogelijk zonder dat we ons inzetten voor de bescherming en het herstel van onze bossen en andere natuurlijke koolstofputten zoals de bodem en de oceanen. Maar ondanks jaren internationaal onderhandelen, beleidsinspanningen en overeenkomsten met de industrie, raken we toch steeds sneller onze bossen en oerwouden kwijt, grotendeels door landbouw en veeteelt maar ook door t simpele feit dat een boom meer waard is als die gekapt is.
Ontbossing heeft grote gevolgen
Iedere twee seconden verdwijnt een voetbalveld aan bos. Geschat wordt dat in 2030 wel 80% van de wereldwijde ontbossing plaatsvindt in slechts 11 gebieden. Het gaat onder meer om de Amazone, Borneo en Sumatra, het Congobekken, de Cerrado, maar ook het oosten van Australië.
Bossen houden onze aarde gezond; ze leveren voedsel, schoon water, medicijnen en ze beschermen ons als een groen schild tegen klimaatverandering. Ontbossing heeft dus grote gevolgen voor ons en de natuur.
- Hoe meer bomen we kappen, hoe meer CO2 er vrijkomt en hoe sneller de aarde opwarmt. Bomen zijn onze bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering.
- Dieren hebben veel last van ontbossing. Hun leefgebieden raken versnipperd en hierdoor wordt het lastig om voedsel en soortgenoten te vinden. Doordat de natuur niet meer overal aaneengesloten is, komen ze vaker in contact met mensen. Dit levert gevaarlijke situaties op, voor mens én dier.
- Het kappen van bos heeft ook impact op mensen. Vooral de lokale bevolking is vaak afhankelijk van het bos voor hun voedsel en levensonderhoud. Zij beschermen het bos vaak al eeuwenlang.
REDD+ een internationaal programma
REDD+ (reducing emissions from deforestation and forest degradation) is een programma in het kader van het VN Klimaatverdrag dat op CO2-reductie die is gerealiseerd door een aantoonbare vermindering van houtkap en bosdegradatie, is gericht. Het is duidelijk dat we het klimaat niet kunnen stabiliseren zonder ontbossing tegen te gaan gezien het feit dat ontbossing de op één na grootste bron van CO2-uitstoot is en dat bestaande bossen extra CO2 aan de atmosfeer onttrekken.
Minder bossen en regenwoud leid tot uitsterven van inheemse flora en fauna, veroorzaakt voedsel- en watertekorten als gevolg van het verlies van ecosystemen en door klimaatverandering ontstaan er meer bosbranden. De plus in REDD+ is gebaseerd is op de financiële compensatie binnen het project aan ontwikkelingslanden voor:
- het stimuleren van verantwoorde houtkap;
- het stimuleren van herbeplanting, bijvoorbeeld na mijnbouwactiviteiten;
- het stimuleren van conserveringsactiviteiten, zoals opzetten van natuurreservaten
CO2-compensatieprojecten REDD+
Vrijwillige REDD+ projecten moeten voldoen aan hoge kwaliteitsnormen en audits van derden zoals certificering door Verra en worden beheerd door ervaren ontwikkelaars.
Deze zogenaamde nature-based solutions zijn complex, baanbrekend en voortdurend in ontwikkeling, en REDD + is geen uitzondering. Een van de meest uitdagende onderdelen van het opzetten van REDD + -projecten is het ontwikkelen van een betrouwbare nulmeting, namelijk het voorspelde niveau van ontbossing dat zou optreden als het project niet zou worden opgezet. Bij het vaststellen van deze nullijn modelleren projectontwikkelaars toekomstige ontbossingspercentages met behulp van methodologieën die zijn goedgekeurd door bijvoorbeeld Verra.
Een vergelijkbaar gebied wordt als referentie gekozen, factoren zoals wegen en bevolkingstoename zijn in het model ingebouwd en satellietbeelden worden gevalideerd met behulp van bezoeken ter plaatse. De methodologieën worden constant geëvalueerd, zodat ze kunnen worden bijgewerkt op basis van nieuwe inzichten en technologische ontwikkelingen (zoals drones en 3D-beelden). Ondanks deze waarborg is er echter altijd een zekere mate van onzekerheid bij het voorspellen van de uitkomst.
Co-voordelen van deze projecten
REDD+ projecten richten zich op voedselzekerheid, biodiversiteit en helpen bij het creëren van nieuwe duurzame bestaansmiddelen. Ze kunnen vrouwen ook ondersteunen om onafhankelijker te worden en hun toegang tot basisdiensten, zoals water, onderwijs en gezondheidszorg, te verbeteren. Hoewel deze kenmerken noodzakelijk en belangrijk zijn om te kwantificeren, blijft het meten ervan een uitdaging en nog steeds ondergewaardeerd.
Gelukkig zijn er recente ontwikkelingen om deze problemen aan te pakken. Zowel Verra als de Gold Standard, toonaangevende certificeringinstituten in de vrijwillige CO2-markt, hebben nieuwe hulpmiddelen en zelfs nieuwe normen ontworpen om de co-voordelen te meten en te certificeren. Maar er is nog een weg te gaan in termen van het monitoren van co-voordelen en het uitwerken van hoe je deze effecten het beste kunt communiceren.
Gold Standard project
Dit project in Columbia combineert herbebossing en bebossing met bescherming van de biodiversiteit en regeneratie van het ecosysteem, waardoor aangetaste savannegebieden uiteindelijk worden omgevormd tot bijna-natuurlijke bossen die zowel hardhout van hoge kwaliteit produceren als grote hoeveelheden CO2 vastleggen. Meer informatie<
Conclusie
Toch zijn we een beetje positief. We zien het tij keren met een nieuwe president in Brazilië, een sterke bossenwet in Europa en de beloftes van wereldleiders om bossen te beschermen worden grote stappen in de goede richting gezet.
Het is duidelijk dat investeren in CO2-rechten die worden gegenereerd uit deze REDD+-projecten, een van de meest impactvolle acties is die op dit moment kan worden ondernomen, zowel voor het klimaat als voor het leven op aarde.
Meer informatie
- CO2-rechten, de 10 belangrijkste vragen
- CO2-compensatie of ‘greenwashing’?
- SDG’s zijn een strategische keuze