Veelgestelde vragen
Groenbalans is al meer dan 10 jaar actief in de energiewereld. Wij geven advies over duurzaam en klimaatneutraal ondernemen; CO2-footprints, overstappen op groene stroom, energiebesparing en CO2-compensatie. Groenbalans maakt onderdeel uit van Windunie Groep.
Onze klanten zijn divers en komen uit verschillende sectoren als vervoer, uitzendorganisaties, telecommunicatie, bouw, overheid, zuivelindustrie, zakelijke dienstverlening.
Wij werken samen met een groot aantal organisaties die zich bezig houden met maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals MVO Nederland, Green Key, Banden op Spanning, MVO-register.
Duurzame energiebronnen als zon, wind en aardwarmte veroorzaken geen luchtvervuiling en weinig tot geen CO2-uitstoot. Ander voordeel is dat deze energie nooit opraakt. Dit in tegenstelling tot kolen, olie en gas. De verbranding van deze fossiele brandstoffen draagt sterk bij aan klimaatverandering.
Grijze energie wordt opgewekt uit kolen, olie, aardgas of kernenergie. Groene energie is een verzamelnaam voor energie die op duurzame wijze wordt opgewekt uit wind en zon.
Elke megawatt aan elektriciteit uit groene bronnen (wind, water, zon, biomassa) is goed voor één GvO. Dit certificaat garandeert dat de elektriciteit écht groen is.
GvO’s worden uitgegeven door CertiQ.
Een Certificaat van Oorsprong of een zogenaamd Disclosure certificaat garandeert dat de stroom opgewekt is uit fossiele brandstoffen of kernenergie.
CertiQ is de instantie die deze certificaten uitreikt.
CertiQ certificeert energie die is opgewekt uit de duurzame bronnen zon, water, wind, biomassa en energie die is opgewekt uit fossiele bronnen. CertiQ is voor deze taak aangewezen door de overheid. De Garanties van Oorsprong die zij digitaal verstrekken, zijn in Nederland het enige geldige bewijs dat energie duurzaam is opgewekt. De Disclosure certificaten (CvO) die zij uitgeven zijn het enige bewijs dat de energie is opgewekt uit fossiele bronnen. Certificaten die worden uitgegeven door CertiQ zijn verhandelbaar binnen Europa.
Lees meer over full disclosure of de herkomst van energie in Nederland.
Groen gas wordt geproduceerd door het vergisten of vergassen van verschillende soorten biomassa zoals mest, GFT, bermgras, rioolslib en zelfs uit huishoudelijk restafval.
Bij CO2-gecompenseerd gas, wordt de CO2-uitstoot die ontstaat bij de verbranding van aardgas, gecompenseerd. Helaas is het nog niet mogelijk om een grote hoeveelheid groen gas op een duurzame manier te winnen. Om toch iets te doen aan het milieu, hebben leveranciers een andere oplossing bedacht. Dit doen ze bijvoorbeeld door te investeren in duurzame energie en/of in bescherming en ontwikkeling van bossen.
De EED Energie-audit is een verplichting die voortkomt uit de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED). Het doel ervan is om bedrijven en instellingen bewust te maken van hun energieverbruik én van de mogelijkheden om energie te besparen en te verduurzamen. De energie-audit geeft een gedetailleerd overzicht van alle energiestromen binnen de onderneming. Ook geeft de audit inzicht in de mogelijke besparingsmaatregelen en de te verwachten effecten daarvan. Het gaat hier onder andere om het energieverbruik van gebouwen, industriële processen en installaties, inclusief het vervoer en de warmte.
De CO2-Prestatieladder is een duurzaamheidsinstrument dat bedrijven en overheden helpt bij het reduceren van CO2 en kosten. Binnen de bedrijfsvoering, in projecten én in de keten. De ladder wordt als CO2-managementsysteem, als aanbestedingsinstrument en voor handhaving gebruikt.
De Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) is eigenaar van de CO2-Prestatieladder en verantwoordelijk voor het gebruik en de doorontwikkeling van het certificeringschema. Daarnaast zorgt zij voor verbreding van het gebruik van de CO2-Prestatieladder bij bedrijven, opdrachtgevers en in sectoren.
Een CO2-voetafdruk is een milieumaat voor het bedrijfsleven. Door het in kaart brengen van de CO2-uitstoot van een organisatie, evenement of productielijn wordt snel duidelijk wat de belangrijkste veroorzakers – denk hierbij aan energieverbruik, vervoer, water – zijn van de CO2-uitstoot. Door deze footprint is eenvoudig te zien waar CO2-uitstoot gereduceerd kan worden en kan bepaald worden welke maatregelen genomen moeten worden. Reductie kan leiden tot kostenbesparingen.
Door periodiek een voetafdruk te berekenen, worden de resultaten van genomen besparingsmaatregelen zichtbaar. Daarnaast creëert het uitvoeren van en communiceren over een CO2-voetafdruk bewustwording bij medewerkers, leveranciers en klanten, wat het draagvlak voor besparingsmaatregelen vergroot.
In de LCA wordt de hele levenscyclus van een product of dienst geanalyseerd. Van de winning van grondstoffen via productie en (her)gebruik tot en met afvalverwerking. Hiervoor wordt eerst een inventarisatie gemaakt van alle materialen, processen en activiteiten gerelateerd aan het product of dienst. De uitkomst een ‘scorelijst’ met milieueffecten. Hierin is te zien welke milieueffecten de belangrijkste rol spelen in de levenscyclus en hoe deze mogelijk te beïnvloeden zijn.
De methode voor berekenen van CO2-footprint of CO2-voetafdruk die Groenbalans gebruikt, is het Greenhouse Gas Protocol, een internationale meetmethode. Hierin worden drie ‘scopes’ onderscheiden:
Scope 1: directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Het betreft dan de uitstoot door eigen gebouw-, vervoer- en productie gerelateerde activiteiten. Denk hierbij aan eigen dieselgeneratoren en verwarmingsinstallaties, eigen (vracht)auto’s of de toepassing van koelvloeistof in koelapparatuur en klimaatinstallaties.
Scope 2: deze omvat de indirecte uitstoot van CO2 door opwekking van zelf gekochte en verbruikte elektriciteit of warmte. De organisatie gebruikt deze energie intern, maar wekt deze niet intern op. Die opwekking vindt fysiek ergens anders plaats, bijvoorbeeld in een elektriciteitscentrale.
Scope 3: indirecte uitstoot van CO2, veroorzaakt door bedrijfsactiviteiten van een andere organisatie. Het betreft dan uitstoot door bronnen die niet in het bezit zijn van de eigen organisatie en waar ze ook geen directe invloed op kan uitoefenen. Bijvoorbeeld de uitstoot veroorzaakt door de productie of winning van ingekochte grondstoffen of materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer. Ook de indirecte uitstoot als gevolg van zakelijk verkeer met privévoertuigen en zakelijk vliegverkeer hoort bij scope 3.
Groenbalans berekent de CO2-footprint of CO2-voetafdruk met de CO2-emissiefactoren, een breed gedragen, uniforme en wetenschappelijk verantwoorde lijst die SKAO, Stimular, Connekt, Milieu Centraal en het ministerie van Infrastructuur en Milieu gezamenlijk hebben opgesteld.
De CO2-calculator brengt de CO2-uitstoot in kaart. Heel concreet is de input voor de berekening het gas en elektriciteitsverbruik, aantal kilometers per jaar dat gereden worden met auto en/of OV en het aantal vliegreizen per jaar.
CO2-compensatie houdt in dat in ruil voor de veroorzaakte CO2-uitstoot ergens anders minder CO2 wordt uitgestoten of wordt vermeden.
Doordat er steeds meer broeikasgassen zoals CO2 vrijkomen, is er sprake van klimaatverandering door opwarming van de aarde. Groenbalans wil samen met haar klanten een actieve rol spelen in de versnelling van de Nederlandse transitie van fossiele naar duurzame energiebronnen om dit tegen te gaan.
Daarom investeren we niet alleen in energiebesparing en hernieuwbare energie om bij te dragen aan de verlaging van de CO2-footprint, maar ook in oplossingen als bos- en tropisch regenwoudbehoud- en biodiversiteitsprojecten in ontwikkelingslanden, zoals Zimbabwe en Brazilië.
Meer informatie hierover vind je bijvoorbeeld in een rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), het klimaatpanel van de Verenigde Naties.
Compensatie betekent dat aantoonbaar de CO2-uitstoot is vastgelegd via gecertificeerde rechten. De compensatie verloopt via een gecertificeerde projectorganisatie (projectpartner van Groenbalans) en een onafhankelijk (geaccrediteerde) organisatie die vaststelt dat de CO2 daadwerkelijk is vastgelegd. Al onze projecten waarin kan worden geïnvesteerd ten behoeve van CO2-compensatie zijn gecertificeerd en garanderen de hoeveelheid vastgelegde of nog vast te leggen CO2.
Ook de impact op sociaal, economisch en ecologisch gebied wordt gemonitord en gecontroleerd. Hiervoor bestaan verschillende certificeringsstandaarden zoals de Gold Standard en Verra (Verified Carbon Standard).
Zowel de partijen die de certificering uitvoeren alsook de certificeringsstandaarden, worden op hun beurt weer gecontroleerd door onafhankelijke partijen.
Ja, dus niet alleen CO2 maar ook CO2-equivalenten. Dat betekent ook andere broeikasgassen zoals methaan en lachgas.
Vanuit de Greendeal CO2-emissiefactoren zijn standaard-emissiefactoren vastgesteld. Deze lijst biedt consumenten en bedrijven een goede basis om de CO2-voetafdruk van activiteiten op te stellen en te vergelijken. Ieder jaar wordt deze lijst geactualiseerd door een breed panel van experts op basis van de meest recente inzichten. Door deze lijst te gebruiken, wordt vergelijken makkelijker en wordt de focus teruggebracht naar het primaire doel: het omlaag brengen van de CO2-uitstoot.
Wij krijgen met regelmaat het argument dat bedrijven zich alleen moeten toeleggen op het reduceren van hun eigen emissies. Dus focus leggen op energiebesparing.
Echter, wij vinden dat CO2-compensatie een integraal onderdeel uitmaakt van het duurzame beleid: het reduceren van emissies én het compenseren van onvermijdbare CO2; dat waar je op dit moment niets aan kan doen.
De keten van CO2-compensatie bestaat uit de project-eigenaar, project ontwikkelaar, Groenbalans en de klant. De prijs van een CO2-recht bestaat uit de implementatie van de emissiereductie-technologie en CO2-ontwikkelingskosten (vergoeding voor auditors, voor de CO2-compensatie-standaard en voor de registers). En een risicopremie voor als er iets met het project zou kunnen gebeuren. Een deel van deze kosten worden gedragen door de projectontwikkelaar. Groenbalans ontvangt een percentage van het verschil tussen de in- en verkoop van CO2-rechten.
Een CO2-compensatieproject is een duurzaam energie- of energie efficiencyproject in een ontwikkelingsland. Een project met lange termijn voordelen voor de bevolking door werkgelegenheid, gezondheidszorg en scholing en dat het gebruik van vervuilende energie voorkomt.
Een mooi voorbeeld is het cookstoves project in Ghana. Dit is een Gold Standard project op huishoudelijk niveau op verschillende locaties in Ghana. Het gebruik van hout en kolen als brandstof is een groeiend probleem in beide landen. Daarom is dit project gestart om lokaal energie-efficiënte cook stoves te produceren en te distribueren naar huishoudens.
Ja, deze worden en moeten worden gerealiseerd. Het gaat dan om werkgelegenheid, scholing, medische verzorging, biodiversiteit e.d. Afgezien van het voorkomen van CO2 laten de projecten een echte sociale impact zien. De methodieken die gebruikt worden om een project te beoordelen en eventueel goed te keuren, hebben deze sociale aspecten als onderdeel. Recente studies van ICROA en de Gold Standard Foudation kwantificeren dit ook. Deze laten zien dat er daadwerkelijk geld wordt geïnvesteerd in bijvoorbeeld biodiversiteit, werkgelegenheid en gezondheidsaspecten. Zonder aandacht hiervoor mag een project geen CO2-credits genereren.
Klimaatprojecten moeten voldoen aan minimaal drie Sustainable Development Goals van de 17 doelen zoals vastgelegd in het klimaatakkoord van Parijs in 2015.
Doel 13 Klimaatactie is een van de SDG’s.
Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden.
Ieder land op ieder continent heeft te maken met klimaatverandering. De opwarming van de aarde heeft nu al invloed op het dagelijks leven en het inkomen van miljoenen mensen wereldwijd en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen.
Extreme omstandigheden
Droogte, overstromingen en extreme stormen komen vaker voor door klimaatverandering. Broeikasgassen die wij uitstoten zorgen ervoor dat de temperatuur op aarde snel stijgt. Dit zorgt ervoor dat het Poolijs smelt en het zeeniveau stijgt. Arme mensen die nu al het meest kwetsbaar zijn, krijgen het eerst met de gevolgen te maken. Vaak zijn zij afhankelijk van landbouw in gebieden die gevoelig zijn voor extreme omstandigheden.
Een CO2-credit of een CO2-recht is een certificaat dat aantoont dat 1 ton (ofwel 1.000 kg) CO2-uitstoot is vermeden, of is opgenomen uit de atmosfeer.
Een CO2-recht kan alleen worden uitgegeven als het is gecontroleerd en geregistreerd door een onafhankelijke instantie, en kan maar één keer worden uitgegeven.
Internationale CO2-compensatie standaarden en registers zoals Verra en Gold Standard garanderen additionaliteit en transparantie. Dit betekent dat CO2-compensatieprojecten alleen kunnen worden ontwikkeld als onomstotelijk wordt vastgesteld dat de opbrengst van de CO2-rechten hiervoor nodig is.
Auditors controleren het projectplan, bezoeken het project in de eerste fase en in principe daarna elk jaar. Dit zijn internationaal bekende auditors zoals Tüv, Det Norske Veritas en SGS.
Dubbeltellingen zijn onmogelijk omdat CO2-credits of CO2-rechten eigen serienummers krijgen in de registers van bijvoorbeeld Verra en Gold Standard en hier ook definitief worden afgeboekt op naam van de klant.
Groenbalans is zowel partner van Verra als van Gold Standard en heeft een account om zelfstandig CO2-rechten aan te vragen en af te boeken voor haar klanten.
Verified Carbon Standard (VCS), op dit moment wereldwijd de meest gebruikte standaard voor CO2-compensatieprojecten.
Hieronder valt ook de Climate, Community & Biodiversity Alliance. Dit is een initiatief van Conservation International, CARE, The Nature Conservancy, Rainforest Alliance en de Wildlife Conservation Society om de ontwikkeling van landbeheeractiviteiten te bevorderen.
Voorbeelden zijn Bescherming tropisch regenwoud in Brazilie en Windenergie in India
De Gold Standard is de strengste standaard voor CO2-reductieprojecten of klimaatprojecten. Deze is ontwikkeld door een groep ngo’s onder leiding van het Wereld Natuur Fonds met als doel projecten te ondersteunen, die ook nog een meetbare bijdrage aan duurzame ontwikkeling leveren. Met andere woorden, de CO2-rechten zijn betrouwbaar en de lokale bevolking profiteert ervan mee.
Voorbeelden zijn Cookstoves in Ghana in Rwanda en Schoon water in Rwanda.
Werelddoelen voor duurzame ontwikkeling Een einde aan extreme armoede, ongelijkheid, onrecht en klimaatverandering. Dat is de kern van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s).
De 193 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) hebben deze ontwikkelingsagenda voor 2015 – 2030 vastgesteld. De agenda bestaat uit 17 doelen.
Deze SDG’s heten voluit de Sustainable Development Goals maar worden vaak afgekort naar SDG’s. Zij gelden in alle landen en voor alle mensen. Meer informatie op sdgnederland.
De Duurzame Ontwikkelingsdoelen hebben grotere aandacht voor vrede en veiligheid, economische ontwikkeling en milieuthema’s. Ze gaan ook verder dan de Millenniumdoelen met het volledig uitroeien van armoede en honger. Het idee achter de SDG’s is dat niemand achterblijft en dat iedereen in staat moet zijn te bouwen aan een betere toekomst.
Een organisatie kan op verschillende manieren bijdragen aan het behalen van van de de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s). De SDG’s worden geintegreerd in de visie, missie en strategie van een organisatie, maar ook in de processen, ketens, projecten en samenwerkingsverbanden.
Steeds vaker vindt een vertaling plaats naar een klimaatproject dat bij een organisatie past. Een voorbeeld is een bosbehoudproject voor een drukkerij of een schoon waterproject voor een baggeraar.