Skip to content

Jouw carbon accounting afstemmen op SBTi: een praktische gids voor geloofwaardige net-zero strategieën

Nu wereldwijde klimaatdoelen steeds strenger worden, neemt de druk op bedrijven toe om hun uitstoot op een geloofwaardige manier te verminderen. Regelgeving zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), toenemende aandacht van investeerders en veranderende klantverwachtingen maken één ding duidelijk: bedrijven moeten niet alleen rapporteren over hun uitstoot, maar deze ook daadwerkelijk terugdringen volgens wetenschappelijke standaarden.

Wil je als organisatie serieus werk maken van je klimaatdoelen? Dan is het Science Based Targets initiative (SBTi) een krachtig startpunt. SBTi is wereldwijd dé standaard geworden voor bedrijven die geloofwaardige klimaatdoelen willen stellen. Door je CO₂-boekhouding af te stemmen op de SBTi-richtlijnen, sluit je aan bij het wetenschappelijk onderbouwde pad van het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5°C.

In dit artikel lees je hoe jouw organisatie haar carbon accounting of CO₂-boekhouding kan afstemmen op de SBTi-vereisten — en hoe carbon management tools je daarbij kunnen ondersteunen.

Wat betekent afstemming op SBTi? De basis

De SBTi biedt een kader voor bedrijven om reductiedoelen te stellen voor broeikasgasemissies (GHG) die in lijn zijn met het 1,5°C-doel. Er zijn twee hoofdtypen doelen:

  • Kortetermijndoelen: Gericht op reductie binnen 5–10 jaar, inclusief Scope 1, 2 en 3 (indien Scope 3 >40% van de totale uitstoot is).
  • Net-zero doelen: Langetermijndoelen met een reductie van minimaal 90% van de absolute uitstoot tegen 2050.
  • Neutralisatie van restemissies: Zodra jouw bedrijf de net-zerodoelen heeft bereikt en de emissies met meer dan 90% heeft verminderd, moet het zich inzetten voor permanente CO₂-verwijdering en -opslag om de resterende 10% of meer van de emissies -die niet te reduceren zijn- actief uit de atmosfeer te halen. Bijvoorbeeld met ‘removal credits’.

Het SBTi biedt echter meerdere mogelijkheden om doelstellingen aan te laten sluiten bij bedrijven, zoals intensiteitsdoelstellingen waarbij de reductie per omzeteenheid mag zijn, of per verkocht product.

Voor sommige sectoren zijn sectorspecifieke richtlijnen opgesteld waar bedrijven die in die sector opereren rekening mee moeten houden. Alternatief voor een kortetermijndoelstelling voor de scope 3 emissies is dat bedrijven kunnen opteren voor de doelstelling om de voornaamste leveranciers en klanten ook science-based targets te laten opstellen.

SBTi-doelen moeten gebaseerd zijn op een actuele, volledige CO₂-footprint, met transparante methodologieën en een wetenschappelijk onderbouwd reductiepad.

Vijf stappen om je carbon accounting af te stemmen op SBTi

Stap 1: Maak een volledige inventaris van Scope 1, 2 en 3
  • Scope 1: Directe uitstoot uit eigen bronnen.
  • Scope 2: Indirecte uitstoot door ingekochte energie.
  • Scope 3: Alle overige indirecte uitstoot, vaak 80–90% van de totale footprint.

De splitsing naar drie scopes komt uit het Greenhouse Gas Protocol, de internationale standaard om broeikasgasemissies te kwantificeren. Belangrijk bij het opstellen van een CO₂–footprint zijn de scope en de grenzen die een organisatie stelt. In een CO₂-footprint worden vaak Scope 1 en 2 en deels Scope 3 (bijvoorbeeld mobiliteit werknemers) meegenomen. Wil je verder de keten ingaan dan wordt een uitgebreide Scope 3 bepaald.

Tip: Gebruik waar mogelijk primaire data (vooral bij Scope 1 en 2) en werk aan leveranciersbetrokkenheid voor betere Scope 3-data.

Stap 2: Stel wetenschappelijk onderbouwde doelen

Zodra je de basisdata hebt, stel je doelen vast:

  • Korte termijn: Significante reductie binnen 5–10 jaar.
  • Lange termijn (net-zero): Minimaal 90% reductie tegen 2050 of eerder.

Voorbeeld : Voor het 1.5°C pad geldt een lineaire jaarlijkse reductie die afhankelijk is van het gekozen basis- en doelstellingsjaar. Bijvoorbeeld bij een basisjaar van 2020 is dit 4.2%. Een lineaire reductie betekent dat je een vaste hoeveelheid CO₂- moet verminderen, die bepaald wordt door de hoeveelheid van het percentage van je basisjaar. Stel: je stoot 100.000 tCO₂- uit in je basisjaar (2020), dan moet je elk jaar 4.200 tCO₂- (4.2% van 100.000) reduceren. Dit resulteert in een lineaire daling, in plaats van een afvlakkende daling als je elk jaar 4.2% van je CO₂-uitstoot reduceert. Als er pas later een SBT wordt gezet en het basisjaar ligt dichter bij het uiterlijke doelstellingsjaar 2050 dan wordt de te behalen reductie per jaar hoger dan 4.2% van de oorspronkelijke footprint.

Stap 3: Breng decarbonisatiescenario’s in kaart

Een concreet actieplan is essentieel. Denk aan reductiekansen in productieprocessen, energie, ketens en productontwerp.

  • Scenario’s modelleren op basis van SBTi-richtlijnen.
  • Reductieacties koppelen aan specifieke mijlpalen.
  • Voortgang dynamisch volgen en optimaliseren.
Stap 4: Monitoren, rapporteren en bijsturen

SBTi verwacht jaarlijkse voortgangsrapportages en elke vijf jaar een herziening van de gestelde doelen. Aanbevolen aanpak:

  • Continue monitoring van uitstoot.
  • Regelmatige evaluatie van voortgang.
  • Aanpassen van doelen bij veranderende omstandigheden.
Stap 5: Betrek stakeholders en creëer draagvlak

Succesvolle decarbonisatie vraagt om betrokkenheid:

  • Bestuur en directie: Voor prioritering en middelen.
  • Leveranciers: Cruciaal voor Scope 3-reductie.
  • Transparante communicatie: Bouwt vertrouwen bij investeerders, klanten en toezichthouders.

Steeds meer bedrijven nemen hun SBTi-doelen op in jaarverslagen — een trend die versnelt met de komst van CSRD en ESRS. Deze vereisen zelfs wetenschappelijk onderbouwde klimaatdoelen.

Waarom nú starten met SBTi belangrijk is

Hoewel de meeste landen het Klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend, blijft het voor individuele bedrijven lastig vast te stellen wanneer hun bijdrage voldoende is. Het SBTi geeft organisaties duidelijkheid en houvast over hun inspanningen. Daarnaast neemt de druk vanuit wet- en regelgeving, investeerders en klanten toe.

Bedrijven zonder duidelijke, onderbouwde klimaatdoelen lopen het risico achter te blijven in een economie die steeds meer draait om decarbonisatie en ESG-criteria.

Meer informatie