Landbouw, bosbouw en ander landgebruik zijn een van grootste veroorzakers van CO2-uitstoot. Het vertegenwoordigt 22% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen (GHG) – de derde sector met de hoogste uitstoot na energie en industrie. Naast fossiele emissies zijn de zogenaamde emissies op land een van de belangrijkste bronnen van broeikasgasemissies.
Volgens het Assessment Report 6 (AR6) van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) draagt de houtverwerkende industrie jaarlijks voor ongeveer 22%, of 13 gigatonCO2-equivalent, bij aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Dit cijfer stijgt nog steeds, voornamelijk door de toegenomen landomzetting en vleesproductie.
De Land Sector and Removals Guidance door het GHG-Protocol en de Forest, Land, and Agriculture Guidance (FLAG) door het SBTi zijn beide richtlijnen die bedrijven helpen bij het meten en rapporteren van broeikasgasemissies en verwijderingen die verband houden met hun landgebruik.
Wie wordt beïnvloed door FLAG?
Veel bedrijven zijn verplicht om FLAG-doelen te stellen, afhankelijk van hun sector of emissieprofiel over scope 1, scope 2 en scope 3. Ben je bijvoorbeeld actief in de voedselproductie of detailhandel voor voedingsmiddelen en basisproducten en ben je niet-MKB-leverancier dan is het cruciaal dat je FLAG-emissies in kaart brengt. Zonder FLAG-emissies kun je geen klimaatdoelen zetten bij het Science Based Target initiative.
Echter, sommige bedrijven buiten deze sectoren, zoals kleding, mijnbouw en uitgeverijen, kunnen ook verplicht zijn om doelen te stellen omdat 20% van hun emissies in de waardeketen zich in de FLAG-sector bevindt.
Wat zijn FLAG-emissies?
FLAG staat voor de Forest, Land and Agriculture sector, oftewel de sectoren die land-intensief zijn. Wat betekent dat? FLAG-emissies zijn emissies veroorzaakt door activiteiten in gebieden waarbij land wordt omgezet of bewerkt. Bijvoorbeeld doordat bos- en natuurgebied verandert in landbouwgrond, of doordat er veel emissies vrijkomen door landbewerking van landbouwgrond die normaliter vastgehouden zouden worden. Denk aan een regenwoudgebied wat afgefakkeld wordt en ingezet wordt als grond voor vee. Of aan palmolieproductie in Maleisië, daar moet bos voor wijken. Zowel het omzetten van land als de activiteiten om het land te bewerken vallen onder FLAG-emissies.
De vijf belangrijke vereisten van de SBTi FLAG-richtlijnen
- Stel korte termijn FLAG-wetenschappelijk onderbouwde doelen: Stel emissiereductiedoelen voor 5-10 jaar vast die in lijn zijn met het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.
- Reken verwijderingen mee in korte termijndoelen: Neem biogene CO2-verwijderingen op, zoals het herstellen van natuurlijke ecosystemen, verbeteren van bosbeheer, implementeren van silvopasture (een agroforestry-praktijk waarbij bomen, voer en vee op hetzelfde land worden geïntegreerd) en verbeteren van koolstofvastlegging in de bodem.
- Stel lange termijn FLAG-wetenschappelijk onderbouwde doelen: Voor bedrijven die significant betrokken zijn bij land en landbouw, moeten lange termijndoelen de emissies tegen 2050 met minstens 72% verminderen, volgens de SBTi Net-Zero Standard.
- Zero ontbossing tegen 2025: Bedrijven moeten zich committeren aan nul ontbossing tegen 2025, in lijn met het Accountability Framework Initiative (AFi).
- Stel wetenschappelijk onderbouwde doelen voor fossiele emissies: Naast FLAG-doelen moeten bedrijven ook energie-/wetenschappelijk onderbouwde doelen stellen voor emissies gerelateerd aan fossiele brandstoffen.
FLAG-emissies zijn relatief nieuw en niet overal beschikbaar. Toch is het helder dat deze emissies niet vergeten mogen worden, juist omdat ze verantwoordelijk zijn voor een enorme hoeveelheid uitstoot. Zo werken wij o.a. met de Agrifootprint van Blonk om FLAG-emissies mee te nemen in de te stellen reductiedoelen.
Land Sector and Removals Guidance (LSRG)
Het GHG Protocol biedt de fundamentele richtlijnen en hulpmiddelen voor bedrijven om hun broeikasgasemissies nauwkeurig te meten en te rapporteren. In 2023 heeft de organisatie een concept Land Sector & Removals (LSR) richtlijn uitgebracht, de definitieve versie wordt eind 2025 verwacht. SBTi heeft sindsdien verplicht dat bedrijven de GHG-richtlijn gebruiken om doelen te stellen.
- Mitigatiestrategieën ontwikkelen door inzicht te krijgen in de broeikasgasemissies en de impact van verwijderingen door landbeheer, landgebruik verandering, biogene producten en andere CO2-verwijderingsactiviteiten.
- Doelen stellen en prestaties volgen door de bovengenoemde activiteiten op te nemen in broeikasgasdoelen.
- Broeikasgas inventarisatie rapporteren, inclusief emissies en CO2-verwijderingen, en de voortgang richting mitigatiedoelen rapporteren.
Wat hebben LSRG en FLAG met elkaar te maken?
LSRG richt zich op het bieden van duidelijkheid en consistentie in het rapporteren van biogene CO2-emissies en -verwijderingen, wat essentieel is voor het begrijpen van de volledige impact van land gebaseerde activiteiten op het klimaat.
FLAG helpt bedrijven bij het stellen van wetenschappelijk onderbouwde doelen voor het verminderen van hun land gebaseerde emissies, in lijn met de wereldwijde doelstelling om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C
Samen zorgen deze richtlijnen ervoor dat bedrijven hun emissies en verwijderingen nauwkeurig kunnen meten, rapporteren en doelen kunnen stellen om hun impact op het klimaat te verminderen.